Een praktische handleiding voor een ecologische stad

Eindhoven, city of Ecology

Ecologie is de wetenschap achter de wisselwerking tussen organismen. Mensen denken vaak dat ecologie zich alleen buiten de stad afspeelt.  In werkelijkheid is de stad net zo goed een ecologisch element als elk ander stukje op onze aarde. Zelfs wij, mensen, vergeten soms dat wij onderdeel zijn van een groter ecologisch geheel. Zo zijn wij net zo goed afhankelijk van de kwaliteit van onze grond, van insectenpopulaties, van de micro-organismen in onze buik en het gedrag van het klimaat. Uiteindelijk is alles met elkaar verbonden en als wij gezonder, duurzamer en sterker willen leven, zullen we dit principe moeten leren toepassen. Dit heeft mij er uiteindelijk toe geleid om voor jullie, de stad Eindhoven, een artikel te schrijven waarin ik ecologisch denken zo praktisch mogelijk probeer te maken. Een mini-handboek, met wat informatie over relevante problemen en simpele oplossingen waar iedereen aan mee kan doen. Op deze manier kan iedereen toch zijn steentje bijdragen, of je nou een achtertuin hebt, een balkon of zelfs alleen maar een geveltuintje. 

FIJNSTOF EN LUCHTKWALITEIT

Vooral in de stedelijke gebieden van zuidoost Brabant (met regio Eindhoven het meest!) is er hoge een concentratie fijnstof in de lucht.  Fijnstof bestaat uit allerlei piepkleine deeltjes van allerlei origines en samenstellingen. Het heeft directe impact op onze gezondheid, met name onze luchtwegen, longontwikkeling bij kinderen en de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Het Europees landbouwfonds heeft een onderzoek gepubliceerd naar soorten die het meest bijdragen aan het afvangen van fijnstof en opvangen van co2 en andere gassen. Het plaatsen van deze soorten in jouw tuin, straat of balkon kunnen dus een steentje bijdragen aan een gezonde omgeving!

Hier volgt een top 10: 

  • Buddleja davidii (vlinderstruik)
  • Viburnum opulus (gelderse roos)
  • Carpinus betulus (haagbeuk)
  • Quercus ilex (steeneik)
  • Viburnum lantana (wollige sneeuwbal)
  • Rosa rugosa (rimpelroos)
  • Sorbus aria (meelbes)
  • Aesculus hippocastanum (paardenkastanje)
  • Pseudotsuga menziesii (douglasspar)
  • Acer campestre (veldesdoorn)

Daarnaast speelt de wind en de hoeveelheid zonlicht ook een belangrijke rol. Hoe meer wind, hoe meer deeltjes er in de huidmondjes van de planten komen. Hoe meer licht, hoe sneller de deeltjes worden opgenomen. Als je dus iets wilt doen aan de fijnstof in de stad zul je op een intelligente manier moeten kijken naar de mogelijkheden in jouw tuin of straat. Of wordt supporter van lokale initiatieven: [Green Window](http://greenwindow.nl/)

STIKSTOF

Ik kwam laatst wat plantjes tegen waarbij stond dat ze veel stikstof opnemen. ‘Oh, dat is handig want we zitten met een stikstofcrisis’ dacht ik. Toen ik echter wat meer informatie ging zoeken voor dit artikel kwam ik erachter dat het alleen helemaal niet zo makkelijk werkt. In werkelijkheid is het namelijk een stuk complexer dan dat. 

Achtergrondinformatie

Stikstof dient als voedselbasis voor veel organismen. Sinds wij in de vorige eeuw zijn begonnen met het produceren van kunstmatige stikstofbindingen kunnen we op massale schaal voedsel produceren. Dit heeft er onder andere voor gezorgd dat we de arme Nederlandse grond hebben kunnen bevruchten (en tevens de bestuiving van de 18e eeuw tegen hebben kunnen gaan), en dat de populatie zowel in nederland als wereldwijd enorm is gestegen. Tussen de jaren 60 en jaren 80 begon er in onze regio een subsidie-boost van de boerenbanken die onze lokale boeren enigzins dwongen om hun veestapel op te schalen. De vee-industrie bereikte zijn hoogtepunt, en heel nederland begon met het eten van meer (goedkoop) vlees. De stikstof die ontstaat uit de massale vee-industrie is momenteel de grootste oorzaken van het stikstof probleem , en verstoort een heel palet aan fundamentele processen om ons heen, wat in elke schaal van het ecosysteem te merken valt.

Wat kan ik doen?

Helaas zijn er weinig manieren om op individuele schaal mee te helpen met het stikstofprobleem. De ecologische stikstof kringloop is complex en wordt nog complexer door de hele grote variëteit aan vormen die stikstof van nature en op kunstmatige manier aan kan nemen. Het zorgt voor té voedselrijke bodems, maar juist minder biodiversiteit. Daarnaast veroorzaakt het ongekende bossterfte, verzuurde gronden, zuurstofloos water, voedingsarme planten, een gebrek aan voedsel voor insecten, gebrek aan calcium voor vogeleitjes, en ga zo maar door. 

Loofbomen hebben de mogelijkheid om op kleine schaal stikstofoxiden op te nemen. Vaak gaat dit allen in symbiose met bacteriën en schimmels. Dit is echter maar een van de vele vormen die stikstof aan kan nemen. De enige manieren die we hebben om echt een verschil te maken is óf zorgen dat we met zo min mogelijk kunstmest werken, óf massaal de biodiversiteit stimuleren en verhogen. De beste manier is veranderen hoe we voedsel produceren en consumeren (minder vlees…) en overstappen op nieuwe duurzame vormen zoals permacultuur of hydroponics. Een hogere biodiversiteit creëert daarnaast een natuurlijk vangnet voor alle soorten die last hebben van het stikstof overschot. 

KOOLSTOFDIOXIDE

Co2 is voor veel planten eigenlijk nuttig. Als je wilt helpen om puur co2 uit de lucht te halen hoef je dus eigenlijk niets anders te doen dan méér planten te plaatsen. Toch zijn er soorten die dit in hogere mate doen dan anderen. Lage begroeiing zoals planten, grassen bloemen verliezen vaak weer hun co2 als ze doodgaan. Alleen bomen, struiken en heesters slaan de koolstof op in hun hout. Deze worden uiteindelijk door schimmels en micro organismen in de grond afgebroken en opgeslagen. Schimmels en micro organismen spelen hier dus een zeer belangrijke rol in en kunnen dit alleen doen als ze een beetje met rust gelaten worden. 

Met het schoffelen van grond (voor gewassen of tegen ‘onkruid’) maak je deze symbiotische constructies dus eigenlijk kapot en ontsnapt de co2 weer in de atmosfeer. Het omploegen van land is dus eigenlijk heel slecht voor het co2 opnemend vermogen. Wat je dus het beste kan doen voor is een stuk grond met rust laten, en er hout op laten groeien en afsterven. Er zijn zelfs bedrijven die dit sponsoren in de vorm van “carbon farming”. Voor grond met agrarische bestemming kan je dit ook bereiken door bijvoorbeeld permacultuur toe te passen, waar je de natuurlijke biodiversiteit gebruikt om een rijke bodem te creëren met veel schimmels en micro organismen die geen voedingstoffen verliezen aan de atmosfeer of aan bodem erosie.

INSECTEN EN BESTUIVERS

Insecten doen meer dan alleen van bloem naar bloem zoemen. Sterker nog; zij vormen samen de helft van onze biodiversiteit. Daarmee creëren zij een immens draagvlak voor andere soorten; als voedsel, opruimers, beheerders, bestrijders en symbiotische partners. Help je de insecten, dan help je de mens en nog veel meer andere organismen, van planten, dieren, en schimmels tot aan de bodem die we gebruiken om ons voedsel te verbouwen. Als wij ooit in de toekomst in onze stad voedsel willen verbouwen, dan is een gezonde insectenpopulatie cruciaal. Een echt gezonde stad is dus een stad met een hoge variëteit aan insecten. 

Er zijn oneindig veel mini-biotopen in de stad die voor insecten werken; bloemenvelden, dood hout, vijvers, tussen de stoeptegels en in de dakgoten. Je kunt dus al een flinke impact maken door zo’n mini-biotoop te creëren en daarna met rust te laten. Dit hoeft er ook niet rommelig uit te zien, een groot stuk boomstam in je tuin kan zelfs heel mooi zijn.

Om een bijen- en vlindervriendelijke stad te maken wil je soorten hebben die qua bloeitijd elkaar door het jaar afwisselen. Daarnaast is het van groot belang dat het inheemse soorten zijn. Anders kunnen de insecten er niks mee. Zo heb je bijvoorbeeld:

  • Sneeuwklokje
  • Eranthis hyemalis (Winterakoniet)
  • Pulmonaria (Longkruid)
  • Cytisus scoparius (Brem)
  • Chrysanthemum leucanthemum (Gewone Margriet)
  • Aruncus dioicus (Geitenbaard) 
  • Agastache spp. (Dropplant) 
  • Echinacea purpurea (Zonnehoed) 
  • Crambe maritima (Zeekool) 
  • Symphytum spp. (Smeerwortel) 
  • Reseda luteola (Gele Wouw)
  • Malva moschata L. (Muskuskaasjeskruid)
  • Campanula rotundifolia L. (Grasklokje)
  • Hylotelephium telephium (Hemelsleutel)
  • Calluna vulgaris (Zomerheide)
  • Hedera (Klimop (bloeiend))

Er zijn genoeg websites waar je nog veel meer inheemse, insect vriendelijke planten kunt vinden die allemaal weer een niche vervullen. Kijk bijvoorbeeld op: [bijenplanten & drachtplanten](http://www.drachtplanten.nl/)

VOGELS EN HEESTERS

Als je echt niet van insecten houdt kan je ook helpen om de biodiversiteit van vogels te vergroten. Zij eten namelijk insecten en vullen hiermee een belangrijke rol in het balanceren van het ecosysteem. Daarnaast helpen zij, net als insecten, met het voortplanten van planten, struiken en bomen door de zaadjes van de door insecten bevruchte planten op te eten en te verspreiden. Een gezonde vogeldiversiteit, en populatie helpt dus eveneens bij een robuuste en klimaat bestendige stad. De planten met de grootste impact op vogelpopulaties zijn struiken en heesters. Naast het feit dat zij eetbare besjes produceren, zorgen zij ook voor schuil en nest plaatsen. Soorten die het specifiek goed doen (en bijdragen aan de inheemse biodiversiteit) zijn bijvoorbeeld: 

  • Alnus spp. (Els)
  • Amelanchier spp. (Krentenboompje)
  • Aronia spp. (Appelbes)
  • Berberis spp. (Zuurbes)
  • Betula spp, (Berk)
  • Crataegus spp. (Meidoorn) 
  • Euonymus spp. (Kardinaalsmuts)
  • Fagus sylvatica (Beuk)
  • Hippophae rhamnoides (Duindoorn)
  • Ilex aquifolium (Hulst) 
  • Juniperus spp. (Jeneverbes) 
  • Lonicera – klimsoorten (Kamperfoelie)
  • Pyracantha spp. (Vuurdoorn)
  • Rosa – Klimrozen en Ramblers
  • Sambucus spp. (Vlier)
  • Sorbus spp. (Lijsterbes) 

EETBARE PLANTEN

Wij gaan niet verstandig om met onze voedselproductie. Naast de gevolgen van de vee-industrie, kunstmest en het stikstof probleem, is onze manier van voedsel produceren én infrastructuur schadelijk voor onze bodemrijkheid, biodiversiteit, co2 productie, lichamelijke gezondheid en economie. Boeren zitten klem in een systeem van bodemprijzen dat doorgezet wordt door de supermarkten en ons huidige consumentengedrag. Onze voedselindustrie zit in een neerwaartse spiraal die direct te koppelen is aan de grootste crises waar we op dit moment mee te maken hebben; van klimaat tot aan volksgezondheid. 

Gelukkig (pfff!) kan je heel makkelijk zelf eten kweken. Ook in de stad. Sterker nog, dit is beschamend simpel. Onze boodschap aan de Eindhovenaar is dan ook: Begin met het kweken van je eigen voedsel! Dit is een van de meest concrete en impactvolle manieren om verschil te maken. Om je tegemoet te komen hebben we een stappenplan samengesteld waardoor iedereen in zijn eigen tuin, voorgevel of balkon eten of plantjes kan kweken! Het enige wat je nodig hebt is een strobaal, wat stikstofkorrels en water. 

*Strawbale Gardening*

  1. Haal een strobaal bij je lokale stroboer, plaats deze in je tuin, bij je voorgevel, of op je balkon
  2. Voeg een stikstofbron toe, bijvoorbeeld stikstofkorrels. Besproei de strobaal met water zodat hij voor 3 weken vochtig blijft. Zo start je het composteringsproces. De strobaal wordt warm (zo’n 60-80 graden)
  3. Wacht nog 2 weken totdat de strobaal zijn hitte is verloren. Plant je tomaten, courgettes, bloemen of paddenstoelenbroed vervolgens recht in de strobaal.
  4. Oogst!

DE TOEKOMST VAN EINDHOVEN

Ook in Eindhoven zijn we steeds meer bezig met een groene toekomst. Met de nieuwe Trudo toren als belichaming van een groen gedachtegoed schieten er overal nieuwe groene initiatieven uit de grond. Zo gaan we (eindelijk) beter om met ons maaibeleid, komt er meer groen in de binnenstad en wordt er flink gesubsidieerd op groene daken. Daarnaast zijn er leuke initiatieven zoals ‘Adopteer een Straat’ en ‘Operatie Steenbreek’ waaraan je kan meedoen. In het noorden van Eindhoven ontstaat zelfs een heuse nieuwe manier van leven: LivingLab 040, waar men duurzame en groene manieren van wonen en leven exploreert in Buurtschap Te Veld. 

JOCH JANSZ

(+31) 6 41 87 28 28

jochjansz@gmail.com